Een waar Slachveld in Fryslan
Op 24 april jl. liep in Düsseldorf mijn 5e marathon. Mijn 6e marathon dan wel ultra was gepland voor september, wanneer ik in Winschoten de 50km wil doen (2e kans).
Een kleine maand geleden overwoog ik me toch ‘ineens’ in te schrijven voor de Slachtemarathon. Nieuwe uitdaging. Toen kreeg ik als reactie dat een loper zijn startbewijs beschikbaar stelde vanwege een blessure. Ik hield dit in mijn achterhoofd en hield ook de weersverwachting in de gaten. Eind mei de vraag of ik nog interesse had. Ja, eigenlijk wel. Bleek alleen niet praktisch te zijn omdat er als opstapplaats gekozen was voor Pietersburum/Sexbierum. Dan zou ik vanaf de finishplek daar weer moeten konen, terwijl er bij die opstapplek ook geen parkeergelegenheid zou zijn. En Raerd is vanuit Groningen gunstiger als opstapplaats en om te parkeren. Dus vriendelijk bedankt voor de eer. Tot er een twitterconversatie op gang kwam en bleek dat er nog een persoon wel een startbewijs kwijt wilde met opstappen in Raerd. En zo kwam ik 1 juni aan het startbewijs van Esther overnemen. Helemaal leuk en dat gaat een bijzondere tocht worden met Esther op het startnummer.
Ook de provincievlag staat op het startnummer en ik zal dan op 4 juni onder de Noord-Brabantse vlag lopen. Nu ging daar toch al het één en ander mis omdat lopers uit Eelde de vlag van Groningen op het startnummer hadden. Het topografieonderwijs in Friesland is toe aan een opfrisbeurt. 😉
Met een langste duurloop van 18 kilometer na Düsseldorf zou dit weer een mooie uitdaging worden.
Nou is het starttijdstip van de Slachtemarathon om half 7. En de bus uit Raerd vertrekt om 5 voor 5. Da’s natuurlijk wel extreem vroeg. Dus vrijdagavond bijtijds naar bed, wekker op 3 uur en dan vertrekken om kwart voor 4. 9 uur naar bed, wekker op 3 uur. Sliep natuurlijk niet voor 10 uur en werd nog een paar keer wakker. En toen werd ik wakker om half 2 en wat ik ook probeerde, ik viel niet meer in slaap. Van pure ellende om kwart over 2 maar opgestaan en rustig op gang gekomen. Paar koppen koffie er in en om half 4 in de auto. Bij Raerd in de file om het parkeerterrein op te komen. Na geparkeerd te hebben richting de bussen. Er stond al een rij te wachten. In de 3e bus kon ik plaats nemen en klokslag 5 voor 5 vertrokken we richting Oosterbierum.
Vlakbij aankomst begon de zon door te breken.
Aangekomen bij het eindpunt van de bus even de dijk op om een blik te werpen op de Waddenzee en een paar selfies te maken.
De dijk afgewandeld en dan staat er een straatnaambordje alwaar eigenlijk het beginpunt is van de ruim 42 kilometer terwijl wij zelf toch een stukje verderop starten.
Ik hobbel richting de start en moet nog een sanitaire stop plegen. Daar staat een enorme rij en kom daar oud-Atos-collega Henk tegen en Atos-collega Menco. Na de sanitaire stop wat enigszins oplucht maar dat terzijde, wordt het tijd om de tas met kleding in te leveren. En dan richting het startvak welke in een schuur is. Tja, voor de GPS niet handig, dus ik wandel de schuur weer uit om Astreaan Freek tegen te komen die zijn marathondebuut maakt.
Het duurt even voor het startschot komt. Inmiddels is het een paar minuten na half 7. Ik ontwaar ook nog Astreaan Bas en good old Piet, altijd herkenbaar aan zijn Kika-shirt. We lopen de schuur in en ik zie wat mensen naar links gaan. Ik ga er achteraan. Blijkt een afsnijroute te zijn en moet/mag vervolgens over een hek klimmen. Via andere deur de schuur uit en daar liggen ook de startmatten. Daarover en ik druk mijn Polar in. Een lang lint richting Raerd. Bas komt vlot voor bij en even later hoor ik mijn naam roepen. Dame komt langszij maar ik herken haar niet direct. Het is ook vroeg en ik heb een zonnebril op. Blijkt het oud-klasgenootje Renetta te zijn die ik al eens eerder tegenkwam tijdens de Sallandtrail. Haar echtgenoot is er dit keer niet bij. Ze heeft een iets hoger tempo en ik houd mijn tempo vast, welke ook al niet al te langzaam is, want Polar geeft aan dat ik zo finish in 4 uur. Renetta is overigens uiteindelijk na 20 kilometer uitgestapt.
Ik haal de 4:45-pacers in. Huh? Die zijn dan wel erg vlot gestart. Maar waar zijn de 4:30-, 4:15- en 4:00-pacers? Laatstgenoemde zou de Whakakeke-pacegroep zijn, aangevoerd door Job. Nou ja, never mind. Ik hobbel ontspannen door met kilometertijden rond de 5’45. Maar goed, het loopt lekker. Na een kilometer of 5 doemt een hindernis op: een loopbrug over de A31. Een steile helling en iedereen wandeld hier ook op en er wordt gewaarschuwd dat aan de ‘oer kante it glet is’. Een dame vertaalt het nog even in het Nederlands. Dus voorzichtig naar beneden.Gelijk een kilometer die in bijna 8 minuten gaat. Ach, tijd is niet belangrijk. En we gaan rustig verder. De eerste 10 kilometer gaan in ongeveer een uur. Ik word er attent op gemaakt dat Piet Paulusma langs de kant van de weg. Ik kijk even en denk hem te zien. We gaan weer vrolijk verder. Oud-collega Henk loopt voorbij en we gaan even gelijk op, maar laat hem toch weer gaan. En een paar stukken onverhard terrein. Gelukkig heeft het hier niet zo enorm gegoten/gehoosd als elders in het land, dus het is geen drassige en modderige boel. Bertus, de Sallandtrailorganisator, komt nog voorbij en na wederom een onverhard stuk denk ik de snelle Fries Riekele te zien staan langs de weg bij het 16kilometerpunt. Maar dat kan toch niet? We zijn zo’n 1 uur en 40 minuten onderweg en hij zou er nu toch zo’n 25 kilometer op hebben moeten zitten. Maar het was hem toch, volgens hem. Helaas uit moeten stappen met een tegensputterend lijf en kramp. Jammer.
Ondertussen is het al erg warm geworden en drink ook veelvuldig en ruim bij de verzorgingsposten welke om de 5 kilometer staan. Tijdens de 2e helft zijn ze om de 2,5km. Ook een gelletje zo nu en dan, evanals een magnesiumtablet om de kramp tegen te gaan. Maar na 18 kilometer begin ik het toch zwaarder te krijgen. Vlak voor het 20km-punt een sanitaire stop. Zweet ik dus toch niet genoeg uit. 😉
En halverwege kom ik door in 2:10. Op zich redelijk maar een tijd van 4:30, waar ik wel naar streefde, wordt voor mij moeilijk ondat ik toch altijd een (sterk) oplopend schema heb. Ach, het maakt me niet zoveel meer uit. Ik heb 5,5 uur de tijd.
In de 24e kilometer passeren we de 2e loopbrug, die iets minder hoog/steil is dan de eerste. Als ik na 2,5 uur er 24 kilometer op heb zitten weet ik dat ik, mocht ik alleen nog maar gaan wandelen, binnen de tijd binnenkom. Ondertussen al enkele stukken gewandeld en het gaat allemaal niet meer van harte, maar wil hem toch koste wat kost uitlopen.
Na 25 kilometer komt Tamara voorbij gesneld, met haar coach Tiny en nog een paar lopers, waaronder Wendelien en Kitty. Tamara loopt met een bijzondere missie: het is vandaag op de kop af 3 jaar geleden dat haar vader is overleden en ze loopt dan ook in een Sparta-shirt, de favoriete club van haar vader. Haar moeder zal enkele uren later hetzelfde doen, maar dan wandelend deze tocht. Na even kort gebabbeld te hebben laat ik de groep weer gaan. Aanklampen lukt niet meer.
Al wandelend en rennend vervolg ik mijn weg. Tot ik tijdens een stukje wandelen vanuit de verte mijn naam hoor noemen, en dit keer dus geen Esther. Bettina, Andrina en René staan er. Moet ik eerlijk zeggen dat ik ze helemaal niet zo snel herkend had, want de scherpte was wel weg. 😉
Wel zie ik regelmatig dezelfde mensen. Als ik wandel halen ze me in, als ik ren, haal ik ze weer in. Soms ren ik stukjes en dan krijg ik een krampscheut in mijn rechterkuit en moet weer wandelen. En zo wissel ik af. 30 kilometer bereik ik in 3:15 en heb daarmee een mooie marge opgebouwd om ruim binnen de tijd te finishen. Met kilometertijden rond de 8 minuten zit dat wel goed nu. Wendelien kom ik nog diverse keren tegen, maar zij heeft het erg zwaar en zal na 33 kilometer ook uitvallen. Ik blijf veel drinken. Bij elke drankpost 2 bekers water en soms nog een bekertje sportdrank. Stukjes banaan en een keer een sinaasappel. Op een gegeven moment valt het water ook niet lekker meer en moet ik ook even langs de kant om te kokhalzen. Gelijk de vraag van iemand of ik wat water wilde. Aardig, maar nee nu even niet. En ik vervolg weer mijn weg. De 4:45-pacers komen weer voorbij en ik sluit even aan, maar het tempo is niet comfortabel. Het lukt mij alleen maar om te wandelen of stukken rond de 10km/uur te lopen. Rond de 8km/uur rennen vind ik niet fijn. Laat ze ook snel weer gaan.
Na zo’n 35km komt Astreaan Christa voorbij. Ogenschijnlijk fris. Ik weet dat Warner en Judith ook nog ergens moeten lopen, maar heb ze de hele dag nog niet gezien. Ze liggen nog ergens achter, hoor ik van Christa. Die moet ik dan straks wel voorbij zien komen.
Met nog zo’n 5 kilometer te gaan zijn de krampscheuten in mijn rechterkuit over en het loopt weer iets lekkerder. Ik zie dat ik zelfs nog binnen de 5 uur kan finishen en heel, heel misschien zelfs nog binnen de tijd van mijn langzaamste marathon, die van Jeruzalem.
En gestaag ga ik verder.
Na 40 kilometer staat er een ambulance. Een persoon die met de haven in zicht uit moet vallen en afgevoerd wordt naar het ziekenhuis. Hoop dat het allemaal mee valt.
En zo breken de laatste 2 kilometers aan en is Raerd in zicht.
Nog 1 keer naar rechts en we komen in het dorp aan. Ik zet nog een eindsprintje in en kom na 4:55:02 over de finish.
Ik loop door en zoek een bankje om even te zitten. Eindelijk. Vervolgens komt een aantal lopers van Running Coffee erbij en Bas die in een tijd is gefinisht die ongeveer gelijk is aan mijn PR.
Na een minuutje of 10 wil ik eigenlijk maar één ding: slapen. Alleen moet ik daarvoor eerst nog naar de parkeerplaats en vervolgens naar huis. Niet voordat ik het Slachtemarathonblokje heb gehaald. Een glazen blokje met een postzegel erin. Op de parkeerplaats is het enorm zoeken naar de auto, want toen ik hier vanochtend kwam stond er bijna niks en nu is het helemaal vol. Na een rondje zoeken gevonden. Even andere kleding aan en op naar Groningen. Na een tijdje te hebben gebadderd maar ff paar uur geslapen.
Al met al, ondanks de ontberingen, een geslaagde dag en genoten. Het publiek langs de kant sleept je er ook wel door heen. En natuurlijk onnoemelijk vaak aangemoedigd met ‘Hup Esther’. Soms wat verbaasde blikken: ‘Esther? Dat is wel een hele bijzondere Esther.’. Of mensen die zeiden dat ik door moest lopen als ik aan het wandelen was. Dan zei ik dat ik wat langer wilde genieten. 😉
Het was wel een waar slagveld, of zoals we het dit keer noemen: slachveld. Dacht dat er zo’n 1800 hardlopers zouden zijn en in de uitslag staan er zo’n 1370. Later las ik dat er 1520 gestart zijn. Dan is het een uitvalpercentage van 10%. Wellicht hebben velen al niet eens de moeite genomen naar de start te gaan, hetzij geblesseerd, of vanwege de tropische vooruitzichten.
Na de Afsluitdijkrun en de Jeruzalem Marathon komt deze op de 3e plaats van heroïsche tochten.
De cijfertjes door Polar hoe ik liep.
En een mooi filmpje dat Polar er van maakt.
En de officiële uitslag .
Overige resultaten van de Astreanen en bekenden: Freek heeft een keurige 3:39 gelopen, Bas 4:16, Christa 4:45, Warner en Judith 4:57. Tamara 4:20 met negatieve split! En oud-collega Henk 4:54 en collega Menco 3:59. Job 4:00, Nico 4:18, Robert Jan heeft het bijna nog zwaarder dan ik gehad in de 2e helft maar had een mooie voorsprong opgebouwd gedurende de 1e helft zodat ie in 4:42 finishte.
Genoeg bekenden (en nog meer onbekenden) die uit waren gevallen.
En 4 dagen later is de spierpijn nagenoeg weg. Woensdagavond naar Middelstum voor de Hippolytusrun, waar ik uiteraard niet vol gas zal gaan. Misschien weer iemand hazen.